De kracht van verhalen

Een aantal jaar geleden vertelde iemand mij dit verhaal. Voor mij raakt het de essentie van kerk-zijn. Verhalen doorgeven via overdenkingen, diaconale werkzaamheden en het pastorale werk vormen samen een drie-eenheid.

Twee mannen waren bezig met een extreem heftige afdaling. Het was ijskoud en het sneeuwde. Ze hadden maar beperkt zuurstof. Onderweg kwamen ze een man tegen die halfdood in de sneeuw lag. Ze ontdekten dat hij nog in leven was.

De eerste man gaf aan dat hij door zou lopen, want hij wilde niet het risico lopen dat ze alle drie zouden sterven door gebrek aan zuurstof en kou. De tweede man kon de zwakke man niet laten liggen. Hij tilde hem op en gooide hem over zijn schouder. Heel langzaam liep hij verder.

Een aantal uur later kwam hij de eerste man tegen. Die was doodgevroren in de sneeuw. Hij had de afdaling niet overleefd door de kou. Geschrokken liep de tweede man door. Samen met de zwakke man overleefden ze de tocht wel.

Achteraf bleek dat zij het hadden overleefd dankzij elkaars lichaamswarmte. Samen sta je sterker dan alleen.

Rustig moar, i’ j  bunt al good genog van ow zelf.

Op 24 augustus j.l. ging Wim Heusinkveld veur in de Joriskarke van Bredevoort in een dialectdienst. Hee was veurhen ne varkensboer in Aalten. De karke was good bezet en d’r was zelfs ne baby bi’j. Prèken wol Wim neet zei e, moar wal een verhaal vertelln in ’t dialect, getiteld,

           ‘kalm an , en vlot ’n betje’.

De leu bunt zo drok teggenwoordig en wet neet van stoppen. Ze goat moar  deur en legt de latte heel hoge. Dan inens kriegt ze last in de pokkel of zelfs ne burn-out. Ut lichaam of de kop guf an daj mot stoppen. I’ j mot ow anpassen. Neet alles tegelieke willen, moar geduld hebbn en mild ween veur owzelf.

I’j bunt good genog van owzelf. De latte neet zo hoog leggen, anders goai d’r onder deur. Alles hooft neet perfect in orde te ween. Zeg moar gewoon, ‘guf niks’ teggen owzelf, as d’r iets fout geet.

De baby in de karke leet effen van zich heurn. Loop dr moar rustig met rond zei Wim teggen ziene olders, guf niks. Dat heelp gelieke.

Hee vergeleek ut leaven van de mensen met dat van een kudde schoapen met ne herder, zoas ok David in de biebel schoapen heel. A’j bi’j mekare blieft kan dr niks gebeuren en kuj rustig goan liggen in ’t lange gres. De herder löp kalm met de kudde met, moar hee hölt wal alles drommels good in de gaten. As de kudde in de bene kump, omdat d’r gevaor drig,  dan geet de herder inens veurop en jeg ut wild an de kante.

De les van Wim was dit.
Maak ow moar neet te völle te passe, kalm an en nem de tied om is effen te stoppen. Zeuk de natuur op en luuster is noar owzelf, ow eigen oademhaling. Vertrouw op ow eigen harte en ow eigen geveul, daj van jongs af met ekreggen hebt. Dan kom i’j vanzelf weer op ut spoor daj mot volgen.

Luustern noar mooie muziek kan ok helpen om weer tot ow zelf te kommen. Nem d’r de tied veur en bolder neet moar deur. 

De prachtige muziek op 2 accordeons tussen het verhaal deur, werd ten gehöre ebracht deur Wil en Ingrid. I’j konnen marken dat de mensen in de karke dr rustig van werden. Zelfs de baby werd d’r stille van.

Rustig moar an, en vlot een betje. Onthol dat good!

Meditatie “Wonderen”

Meditatie

Wat is er toch met wonderen, we verlangen naar en vinden het ook weer kinderachtig om er in te geloven. In deze moderne tijd is het erg in de mode om te zeggen dat je wonderen, zoals die van de wonderbaarlijke spijziging gewoon symbolisch moet uitleggen. Het is niet echt gebeurd, zegt men dan, want dat kan niet volgende de wetten van de wetenschap. Dus de symbolische betekenis is waar het om gaat. Nu hebben wonderen in de Bijbel zeker een symbolische betekenis. In de column in ditzelfde kerkblad wordt daar ook op ingegaan. Ondertussen wijzen we af dat een wonder echt gebeurt zou kunnen zijn. Is de klassieke natuurkunde de baas van ons  denken? Kennelijk. Wie weet leefde Jezus zo van de verwondering dat de wonderen om de hoek lagen. Ik zelf zou de mogelijkheid open willen laten. Omdat als je de wetenschap altijd gelijk geeft, je de verwondering en het mysterie doodt. Wie weet wat God kan?

In de brainstormgroep van “zin in het gezin” spraken we van de week ook over wonderen. Het viel ons op dat ook degene die de mogelijkheden van een wonder open houden, het lastig vinden om het zo te benoemen als het heel dicht bij gebeurt. Je merkt dat een mens in zijn manier echt veranderd is ten goede. Dan zeg je niet direct: “wat een wonder”, maar eerder “eerst maar even afwachten of dit zo blijft”. Er waren verschillende dingen die we konden benoemen als wonderen. Dat waren soms hele kleine dingen: de rust waarmee iemand gestorven was, of de pijn die een periode weg bleef nadat iemand daarvoor gebeden had. Het bleek dat de omgeving vaak de mooie ervaring van een klein wonder probeerde weg te redeneren door bijvoorbeeld te zeggen: “rust bij het sterven komt door de morfine”. Kennelijk heeft men er moeite mee als men een gebeurtenis, hoe klein ook, zo noemt. Ook onze eigen houding van “eerst maar eens kijken of het zo blijft” doet wonderen te kort. Wij vinden klaarblijkelijk iets pas een wonder als het eeuwig is.

Wellicht moeten we iets guller zijn naar onszelf en de wereld toe, als we spreken over wonderen. We bidden in het geheim dat onze zoon of dochter veilig teugkomt van vakantie. Het gebeurt en we vergeten dat we ervoor gebeden hebben en ook om er dankbaar voor te zijn. We bidden dat pijn mag verdwijnen en het gaat even weg. Dat mogen we een klein wonder noemen en er dankbaar voor zijn. Of voor die ene nacht tussen de velen dat we goed sliepen, of voor die buren die altijd voor ons klaarstaan. Wonderen kunnen grote gebeurtenissen zijn, daar blijft ik voor open staan, maar wij zijn vaak aan de kleine wonderen niet toe. Ze hebben meestal niets met de wetenschap te maken. Het zijn de dingen, soms klein, soms groot, die we ervaren als een wonder, die een wonder zijn. We hoeven dat voor niemand te bewijzen en mogen er dankbaar voor zijn.

Ada Endeveld

Meditatie: geloofsgesprek

Er is in de laatste eeuw veel veranderd, ook op de manier waarop mensen geloven. Van oudsher werd in de protestantse kerk gelooft dat als je een aantal geloofswaarheden voor vast aannam en daar aan vast hield, dat je dan wat geloven betreft klaar was voor de rest van je leven. Je hoefde er alleen nog naar te leven en dat was al lastig genoeg.  Als je maar genoeg catechisatie kreeg, van een goede dominee, dan kwam alles wel voor elkaar met het geloof. Het was meer een kwestie van hersens dan van hart. Dus nog wel verwachten mensen binnen en buiten de kerk dat het zo werkt. Er is ondertussen heel veel verandert. Buiten de kerk is het leren wat anders geworden dan zeventig jaar geleden. Er wordt ondertussen verwacht van kinderen dat ze goed leerden, als ze dat konden en dat ze creatief werden, zelf dingen bedachten. Dus we moeten eigenlijk niet verbaast zijn als we merken dat velen gingen nadenken over het geloof en er zelf dingen over bedachten. Of ze merkten in hun leven dat die vaste waarheden hen niets meer zeiden als ze het echt moeilijk hadden. Dus leven we nu in een tijd waar geloven iets heel anders betekent dan vroeger. Het is  meer een kwestie van beleven dan van een waarheid aannemen. Ook in orthodoxe protestantse kerken zie je dat jeugd liever naar evangelische kerken gaat, omdat het gevoel meer een plek heeft in die denominaties. Natuurlijk zijn er ook mensen bij wie het geloof vervaagt of ingrijpend verandert. Maar kerklid of niet, men geeft een eigen antwoord op die vragen als “Wat geeft het leven zin” of “Is er leven na de dood.”, misschien wel antwoorden waar hun ouder of grootouder van achterover valt. Wat me het meest hierin raakt, is dat het gesprek daarover nauwelijks op gang komt. Kinderen zwijgen tegenover hun ouders over zulke dingen, omdat ze bang zijn veroordeeld te worden voor wat ze te zeggen hebben. Ouders durven niet meer te praten over wat hen ten diepste beweegt, omdat hun kinderen het gezeur vinden(wat ook een oordeel is). De laatste kerkverandering wil het geloofsgesprek weer op gang brengen tussen de leden. Ik vind het een goed streven. Ik hoop van harte dat het gaat lukken die gesprekken te voeren zonder elkaar te veroordelen, omdat ze dan gegarandeerd mislukken. De toekomst van de kerk kan van dat succes afhangen.

Ada Endeveld